In het derde jaar van haar opleiding maakte Boukje Schweigman Dooier. Ze was nieuwsgierig hoe je met de elementen rood, zacht en rond een fysieke belevenis kunt oproepen bij het publiek.
In Dooier zien we een meisje met een enorme rode bal. Buiten de rode ruime horen we een muzikant in de buitenwereld. Het meisje houdt het draaien uiteindelijk niet vol, gaat een heel avontuur aan met de bal, probeert van de bal af te komen door deze weg te duwen, het publiek in. Een hilarisch spel tussen haar en het publiek ontstaat, waarin de enorme bal heen en weer gekaatst wordt. Wanneer ze de bal toch accepteert loopt deze leeg. Ze blijft achter met het velletje plastic wat nog over is van de bal, veilig om haar heengeslagen.