De woordeloze filosofie van Boukje Schweigman

In dit interview vertelt Boukje Schweigman hoe ze ertoe kwam de taal af te zweren als middel om theater te maken.

Boukje: ‘Wat wij doen, is in een ruimte – het publiek en de performer zijn in dezelfde ruimte – belevingen creëren. Bijvoorbeeld, als er een dak naar beneden komt of als je helemaal in het donker wordt geplaatst, dan gebeurt er iets. En dat er iets gebeurt, dat er een belevenis is, dat is dan universeel: bij iedereen gebeurt iets op het moment dat er een dak op je hoofd komt. Maar tot welke gedachten of woorden dat kan leiden, dat is misschien voor iedereen verschillend. Afhankelijk van hoe je zelf in je vel zit of hoe je bent… De één denkt misschien: ‘Oei help, mijn ruimte wordt veel te klein’, terwijl de ander denkt: ‘Wat knus, gezellig, nu kan er wat gebeuren!’

Waar we naar op zoek zijn is om binnen het werk die ervaringen te geven aan de mensen, die niet alleen gaan over de ervaringen buiten jezelf maar die ook kunnen leiden tot een innerlijke belevenis, waardoor het publiek tot een inzicht kan komen. Tot gedachten kan komen. En misschien tot woorden. Maar dan pas later, in een latere instantie. Dus wij delen niet de woorden zelf maar de belevenis die voorafgaat aan de woorden. Omdat ik het woord zelf eigenlijk heel abstract vind. Terwijl die belevenis heel concreet kan zijn.